-
1 zich uitsloven
гл.общ. выбиваться из сил, делать всё возможное (voor-для) -
2 zich uitsloven
v. work oneself to death -
3 uitsloven
〈wederkerend werkwoord; zich uitsloven〉1 [zich overijverig gedragen] faire du zèle2 [veel moeite doen] se donner du mal♦voorbeelden:zich voor iemand uitsloven • se mettre en quatre pour qn. -
4 uitsloven
〈wederkerend werkwoord; zich uitsloven〉♦voorbeelden:1 zich voor iemand uitsloven • work oneself to death/to the bone for someone -
5 zich voor iemand uitsloven
zich voor iemand uitslovense mettre en quatre pour qn. -
6 zich voor niets uitsloven
zich voor niets uitsloven -
7 zich voor iemand uitsloven
zich voor iemand uitslovenwork oneself to death/to the bone for someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich voor iemand uitsloven
-
8 uitsloven
хватит дурака-то валять; рисоватьс перед, выслужиться перед* * *гл.общ. (zich) ñì.: afbeulen -
9 slave to one's passion
zich uitsloven voor zijn verlangens -
10 fall
n. buiteling; afgang, val; ineenstorting; lawine; herfst; waterval; verleiding; afdaling; (gedurende aanval) landing van elke raket (geworpen gedurende het conflict tussen Israël en de Hizbollah in juli-augustus 2006)--------v. vallen; dalen; verminderen; omkeren, dichtbij komen; ruimte makenfall1[ fo:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:ride for a fall • zijn ondergang tegemoet gaanthe Fall (of man) • de zondeval————————fall21 vallen ⇒ om/neervallen, invallen 〈 van duisternis〉; afnemen, dalen 〈 van prijzen, barometer, stem〉; aflopen, afhellen 〈 van land〉2 ten onder gaan ⇒ vallen; sneuvelen; ingenomen worden 〈 van stad, fort〉; zijn (hoge) positie verliezen; 〈 religie〉 zondigen, onteerd worden 〈 van vrouw〉6 raken♦voorbeelden:fall to pieces • in stukken/kapot vallen 〈 ook figuurlijk〉fall on one's sword • zich op zijn zwaard stortenit fell on my way • het kwam op mijn padthe wind fell • de wind nam af, ging liggen〈 informeel〉 fall about (laughing/with laughter) • omrollen/omvallen (van het lachen)something to fall back on • iets om op terug te vallenfall over • omvallen〈 informeel〉 fall over backwards • zich uitsloven, zich in allerlei bochten wringenfall through • mislukkenthe town fell to the enemy • de stad viel in handen van de vijandfall for • zich laten overtuigen door, erin trappen; vallen op, verliefd worden opit fell to me to put the question • het was aan mij de vraag te stellenfall from grace • uit de gratie rakenNick's name fell • Nicks naam viel/werd genoemdfall asleep • in slaap vallenfall flat • niet inslaan, mislukkenfall short (of) • tekortschieten (voor), niet voldoen (aan)fall in love (with) • verliefd worden (op)→ fall away fall away/, fall down fall down/, fall in fall in/, fall into fall into/, fall in with fall in with/, fall off fall off/, fall out fall out/, fall to fall to/, let let/1 worden♦voorbeelden:fall silent • stil worden/vallen -
11 démener
démener (se) [deemnee]〈 werkwoord〉1 tekeergaan ⇒ razen, spartelen2 zich afmatten ⇒ zich weren, zich uitsloven→ possédév( se démener)1) tekeer-gaan2) zich afmatten, zich uitsloven -
12 fouler
fouler [foelee]1 aandrukken ⇒ persen, kneden♦voorbeelden:♦voorbeelden:1. v1) aandrukken2) kneden [deeg]3) betreden, voet zetten (op)2. se foulerv1) verzwikken -
13 escrimer
-
14 empresser
empresser (s') [ãpressee]〈 werkwoord〉2 zich beijveren ⇒ zich uitsloven, zich verdringen♦voorbeelden: -
15 umbringen
-
16 go to town
uitgaan; met succes te werk gaanzich inzetten, zich uitsloven; 〈 informeel〉uitspatten, zich uitleven -
17 town
adj. stads-, gemeente---------n. stad[ taun]1 stad♦voorbeelden:go to town • zich inzetten, zich uitsloven; 〈 informeel〉uitspatten, zich uitleven(out) on the town • (aan het) stappen, (een avondje) uithe went up to town from Nottingham • hij is vanuit Nottingham naar Londen gegaan→ red red/ -
18 décarcasser
décarcasser (se) [deekaarkaasee]1 zich uitsloven ⇒ zich uit de naad werken, zich afbeulen -
19 emmerder
emmerder [ãmerdee]〈 vulgair〉♦voorbeelden:3 je l'emmerde • hij kan me wat, hij kan de pot opje les emmerde • ze kunnen barstenêtre salement emmerdé avec qc. • lelijk in zijn maag met iets zitten1 zich stierlijk, kapot vervelen♦voorbeelden: -
20 abmühen
abmühen, sich1 zich afmatten, zich veel moeite geven ⇒ zich uitsloven
Страницы